Onderzoeksvraag
Dit onderzoek richt zich op de mate van overeenstemming tussen uitkomsten gerapporteerd door patiënten en door hun gemachtigde vertegenwoordigers (proxies) bij oudere volwassenen met orthopedische trauma’s. Het onderzoekt of proxy-rapportages betrouwbaar genoeg zijn om te worden gebruikt bij patiënten met milde cognitieve beperkingen.
Methode
Een prospectieve cohortstudie werd uitgevoerd in orthopedische traumaklinieken van twee Level 1 traumacentra. In totaal werden 108 patiënten van 70 jaar en ouder, met of zonder milde cognitieve beperkingen, en hun proxies geïncludeerd. Patiënten en proxies vulden afzonderlijk vragenlijsten in over fysieke functie, pijn, angst, depressie, vermoeidheid en sociale participatie. De overeenstemming tussen de uitkomsten werd geanalyseerd met behulp van Intraclass Correlation Coefficient (ICC) en Bland-Altman-analyses.
Resultaten
De meeste patiënten waren gehuwde vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 78 jaar. De proxies waren gemiddeld jonger (64 jaar) en bestonden voornamelijk uit kinderen of echtgenoten van de patiënten. Sterke correlaties werden gevonden tussen patiënt- en proxy-rapportages voor fysieke functie (ICC 0.74), pijnintensiteit (ICC 0.83) en (instrumentele) activiteiten van het dagelijks leven (ICC 0.86). De overeenstemming was matig voor subjectieve domeinen zoals angst, depressie en sociale participatie. In deze domeinen rapporteerden proxies vaker een slechtere toestand dan de patiënten zelf.
Conclusie
Proxy-rapportages zijn waardevol voor het beoordelen van fysieke functie en pijn bij oudere traumapatiënten, inclusief degenen met cognitieve beperkingen. Echter, bij meer subjectieve gezondheidsdomeinen zoals angst en sociale participatie moeten de resultaten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd vanwege mogelijke vertekening.
Implicaties voor de praktijk
Gezien de betrouwbaarheid van proxy-rapportages in fysieke en pijn-gerelateerde domeinen, kunnen deze worden gebruikt om patiëntresultaten te evalueren wanneer directe patiëntrespons niet mogelijk is. Dit kan vooral nuttig zijn bij kwetsbare oudere patiënten die moeite hebben met zelfrapportage.
Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek
Toekomstig onderzoek zou zich moeten richten op langetermijnopvolging om te bepalen hoe de overeenstemming tussen patiënt- en proxy-rapportages zich ontwikkelt tijdens het herstelproces. Daarnaast zijn strategieën nodig om de nauwkeurigheid van proxy-rapportages in subjectieve domeinen te verbeteren.