Onderzoeksvraag
Dit onderzoek richtte zich op de invloed van de implementatie van Niet-Operatief Manegement (NOM) binnen een palliatieve zorgcontext op de sterfte en postoperatieve complicaties van geriatrische patiënten die wél operatief behandeld worden voor een heupfractuur. De hypothese was dat de sterfte en complicaties binnen deze groep afnemen doordat patiënten met een zeer beperkte levensverwachting vaker kiezen voor NOM.
Methode
Een retrospectieve cohortstudie werd uitgevoerd in een groot regionaal ziekenhuis in Nederland. Gegevens van patiënten van 70 jaar en ouder met een heupfractuur werden geanalyseerd over een periode van drie jaar (1 februari 2019 – 1 februari 2022). De patiëntengroep vóór de implementatie van NOM (n = 550) werd vergeleken met de groep na de implementatie (n = 485). De primaire uitkomst was sterfte tijdens ziekenhuisopname. Secundaire uitkomsten waren postoperatieve complicaties, IC-opnames, opnameduur en sterfte na 1 jaar.
Resultaten
In totaal werden 550 patiënten van vóór de implementatie en 485 patiënten van na de implementatie geanalyseerd. Er werd geen significant verschil gevonden in ziekenhuissterfte (2,9% vs. 1,4%, p = 0.139) of sterfte na één jaar (22,4% vs. 20,2%, p = 0.404). Opvallend was dat na implementatie van NOM minder patiënten dementie hadden (15% vs. 21%, p = 0.010) en dat het aantal IC-opnames afnam (3,5% vs. 1,2%, p = 0.025).
Conclusie
De introductie van NOM binnen een palliatieve zorgcontext leidde niet tot een significante daling van de mortaliteit of postoperatieve complicaties bij operatief behandelde heupfractuur patiënten. Echter, NOM binnen een palliatieve context wordt beschouwd als een patiëntgerichte benadering voor kwetsbare ouderen met een zeer beperkte levensverwachting.
Implicaties voor de praktijk
Hoewel de sterftecijfers van operatief behandelde patiënten niet significant veranderden, toont deze studie aan dat NOM binnen een palliatieve zorgcontext een haalbare en relevante optie is. De afname in IC-opnames en de veranderingen in patiëntkarakteristieken suggereren dat de keuze voor NOM bij sommige patiënten leidt tot een verschuiving in de samenstelling van de populatie die uiteindelijk geopereerd wordt. Dit benadrukt het belang van gedeelde besluitvorming om een passende behandeling te kiezen die aansluit bij de wensen en prognose van de patiënt.
Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek
Vervolgonderzoek zou zich moeten richten op de kwaliteit van leven en patiënttevredenheid bij patiënten die voor NOM kiezen. Daarnaast is het belangrijk om de langetermijneffecten van NOM en operatieve behandeling verder te onderzoeken, met name in relatie tot functionele uitkomsten en de belasting van de zorg. Ook is nader onderzoek nodig naar hoe gedeelde besluitvorming kan worden geoptimaliseerd om patiënten en hun families beter te begeleiden bij de keuze tussen operatieve en niet-operatieve behandeling.